-
1 het geld is op
het geld is op -
2 het geld groeit mij niet op de rug
het geld groeit mij niet op de rug————————het geld groeit mij niet op de rugVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het geld groeit mij niet op de rug
-
3 het geld vloeit weg naar het buitenland
het geld vloeit weg naar het buitenlandDeens-Russisch woordenboek > het geld vloeit weg naar het buitenland
-
4 het geld voor het grijpen hebben
het geld voor het grijpen hebbenDeens-Russisch woordenboek > het geld voor het grijpen hebben
-
5 het geld voor het opscheppen hebben
het geld voor het opscheppen hebbenDeens-Russisch woordenboek > het geld voor het opscheppen hebben
-
6 het is me niet om het geld te doen
het is me niet om het geld te doenDeens-Russisch woordenboek > het is me niet om het geld te doen
-
7 (het is) zonde van het geld
(het is) zonde van het geldVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > (het is) zonde van het geld
-
8 het geld brandt in zijn zak
het geld brandt in zijn zak -
9 het geld dat stom is, maakt recht wat krom is
het geld dat stom is, maakt recht wat krom isDeens-Russisch woordenboek > het geld dat stom is, maakt recht wat krom is
-
10 het geld groeit mij niet op de rug
het geld groeit mij niet op de rugDeens-Russisch woordenboek > het geld groeit mij niet op de rug
-
11 het geld heette verduisterd te zijn
het geld heette verduisterd te zijnDeens-Russisch woordenboek > het geld heette verduisterd te zijn
-
12 het geld komt van alle kanten binnen
het geld komt van alle kanten binnenDeens-Russisch woordenboek > het geld komt van alle kanten binnen
-
13 het geld niet over de balk gooien
Deens-Russisch woordenboek > het geld niet over de balk gooien
-
14 het geld rolde over de vloer
het geld rolde over de vloer -
15 het geld slipt door z'n vingers
het geld slipt door z'n vingersDeens-Russisch woordenboek > het geld slipt door z'n vingers
-
16 het geld staat uit tegen 10 %
het geld staat uit tegen 10 %l'argent est placé à 10 % -
17 het geld vliegt hem door de vingers
het geld vliegt hem door de vingersDeens-Russisch woordenboek > het geld vliegt hem door de vingers
-
18 het geld wegleggen
het geld wegleggen -
19 het geld wordt minder waard
het geld wordt minder waard -
20 het (geld) groeit mij niet op de rug
het (geld) groeit mij niet op de rugVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het (geld) groeit mij niet op de rug
См. также в других словарях:
Geld — 1. Ach, nun fällt mi all mîn klên Geld bî. (Brandenburg.) Ein Ausruf, der häufig erfolgt, wenn jemand durch irgendeinen Umstand an etwas erinnert wird, was er hätte thun sollen, aber bisher zu thun vergessen hat. 2. All wîr1 Geld, dat et Wîf nig… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Geld — Kein Geld, keine Schweizer: nichts ohne Gegenleistung; auch in der gereimten Form: ›Keine Kreuzer, keine Schweizer!‹ Ebenso französisch ›point d argent, point de Suisse‹, niederländisch ›geen geld, geen Zwitsers‹. Die Redensart geht in die Zeit… … Das Wörterbuch der Idiome
Het Achterhuis — Haus Prinsengracht Nr. 263 in Amsterdam: Im Hinterhaus schrieb Anne Frank ihr Tagebuch. Das Tagebuch der Anne Frank (niederländischer Originaltitel: Het Achterhuis – „Das Hinterhaus“) ist ein Werk der Weltliteratur. Die Jüdin Anne Frank führte es … Deutsch Wikipedia
Weib — (s. ⇨ Frau). 1. A jüng Weib is wie a schön Vögele, was män muss halten in Steigele (Vogelbauer). (Jüd. deutsch. Warschau.) 2. A schämedig (schamhaftes) Weib is güt zü schlugen. (Warschau.) – Blass, 11. Weil es, um keinen Scandal zu machen, den… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Liebe — 1. Ade, Lieb , ich kann nicht weine, verlier ich dich, ich weiss noch eine. Auch in der Form: Adieu Lieb, ich kan nit weinen, wilt du nit, ich weiss schon einen. (Chaos, 60.) »Wenn dir dein Liebchen untreu war, musst du dich nur nicht gleich… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Gott — 1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen! – Frischbier2, 1334. 2. Ach Gott, ach Gott, seggt Leidig s Lott, all Jahr e Kind on kein Mann! (Insterburg.) – Frischbier2, 1335. 3. Ach, du lieber Gott, gib unserm Herrn ein n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Gut (Subst.) — 1. Alles gut ist eines andern. – Petri, II, 7. 2. Altes Gut hinter rost gem Schloss macht neuen Adel mit blankem Tross. (Böhm.) 3. An eines Gutes Ansprach ist kein Verlust. – Klingen, 48 a, 1; Graf, 441, 332. Wer einen Rechtsanspruch an eine… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Waare — 1. Alte Wahr gilt nichts. – Lehmann, 6, 7. Schwed.: Gamla waror gjälla intet mycket. (Grubb, 244.) 2. Alze frinj Wôr gît nit af. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 346. 3. An böser wahr ist nichts zu gewinnen. – Lehmann, 99, 31; Eyering, II, 497;… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Abe Lenstra — (1955) Abe Lenstra ([ ɑ:bə lɛnstɾa], * 27. November 1920 in Heerenveen; † 2. September 1985 ebenda) war ein niederländischer Fußballspieler. Er spielte seit de … Deutsch Wikipedia
Gewicht — 1. Das Gewicht gilt mehr als das Gesicht. – Parömiakon, 2939. Von denen, die beim Heirathen mehr auf Vermögen als auf Schönheit sehen. 2. Das Gewicht macht das Gold echt und nicht die Farbe. 3. Dass man falsch gewicht brauchen thar, das machet… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Riechen — 1. All wat gôd rükt, kümmt von mî, säd de Aptheker, dôr harr he in de Büx schäten. – Hagen, 99, 25; Hoefer, 21; Kern, 262; Schütze, III, 313; Peik, 6. Auf die, welche sich gern selbst loben und weiss brennen. 2. Da rük an, sä Hans, da slaug hei… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon